woensdag 30 juli 2008

Bretagne, here we come !

Op woensdag 30 juli beginnen we aan het tweede deel van onze reis, het verkennen van Bretagne. Om 7 uur vertrekken we naar St Quai Pontrieux, waar we kort na de middag reeds aankomen. Eventjes op verkenning en plannen maken voor morgen en dan eens uitgebreid op de computer. We hebben weer internetverbinding en wat voor één. We liggen pal onder de WIFI antenne ! Het wordt dus emailen, internetbankieren, bloggen en skypen.

Dinan en volgende ...


Ook een bezoek aan Dinan mag niet op het programma ontbreken. De attractie begint al met de buschauffeur. Volledig in de stijl van ‘Faulty Towers’ kaffert hij iedereen uit die het niet volledig naar zijn zin doet. Geen gepast geld, gordel niet om, halte niet op tijd aanvragen wordt met nadruk afgekeurd. Natuurlijk vliegt het raampje ook van tijd tot tijd open om de andere weggebruikers eens het verkeersreglement te leren.
Dit doet echter niets af van het prachtige Dinan. Je wandelt er zo de middeleeuwen binnen. Ongelooflijk hoe mooi alles hier bewaard is gebleven.
Op de terugweg hebben we dezelfde chauffeur – we lachen al in ons vuistje in afwachting van de volgende aflevering van Faulty Towers.

Maandag verleggen we ons opnieuw naar les Bas Sablons, klaar om verder te trekken. Het wordt echter afwachten wat het weer gaat doen, wat er staat donder en bliksem op het programma.

Uiteindelijk valt het nog mee met het weer. Om af te sluiten te St Malo maken we nog een flinke wandeling langs de GR 34, ‘Les sentiers des douaniers’.
’s Avonds maken we de boot vertrek klaar, want morgen zijn we weer zeilers.

Rothéneuf


In Rothéneuf, een plaatsje op zo’n vijf kilometer van St Malo zijn rotssculpturen te bekijken. Bovendien loopt de fietstocht er naar toe voor een groot deel langs het water. Wij op weg dus. Halfweg, te Paramé, is er een rommelmarkt. We trekken onze remmen toe en wandelen er wat rond. Ideale gelegenheid trouwens ook om de inwendige mens te versterken.
In Rothéneuf hebben we echter geen chance : de attractie is gesloten wegens het afbranden van het restaurant annex ticketverkoop. We moeten genoegen nemen met een wandeling over de klippen en het bezoeken van de mooie strandjes en baaitjes. We blijven bezig, dat is het belangrijkste.

St Malo


Op woensdagmiddag trekken we dan ook maar meteen verder naar St Malo. Gezien het late uur van aankomst, besluiten we om de eerste nacht in de marina door te brengen. We worden door het havenpersoneel zowat net in de ingang van de haven geparkeerd. We vrezen het ergste, want de ferry legt op minder dan 100m afstand van ons aan. Het valt echter nogal mee met het gewiebel, maar toch zijn we blij dat we ’s anderendaags naar de basin Vauban, een marina net voor de stadsmuren, kunnen.
We liggen ’s morgens als eerste klaar voor de sluis, maar we moeten de beroepsvaart voorrang geven. In de sluis ligt een flinke coaster, twee vissersboten, een zeesleper en één jachtje. Yes … de Zwerver, mijn timing was weer perfect ! Na de avonturen met Ariane in vergelijkbare omstandigheden, ben ik er niet echt gerust in. Maar alles loopt piekfijn af en bovendien krijgen we een schitterend plaatsje in de marina. We kunnen zo van boord stappen op de ponton.
Ons eerste werk is dan ook een bezoek aan de mooie binnenstad en een wandeling over de omwalling. Het is laag water en we zien dat het pad naar de Petit en Grand Bé, twee eilandjes voor het strand, boven water ligt. Wij profiteren van de gelegenheid om er eens naar toe te wandelen.
We sluiten af met een terrasje, een pintje en Argentijnse tango (luisteren deze keer, niet dansen zoals met ‘tango in het park’)

St Helier


Tegen de dinsdagmiddag houden we het voor bekeken. Het is ook niet de eerste keer dat we hier zijn. ’s Middags passeren we de drempel en na nog een uurtje of twee aan de buitenponton gooien we los en varen we naar St Helier op Jersey.
Het is eventjes verschieten als we zien wat er allemaal aan de wachtponton ligt – moet dit straks allemaal binnen ? Het is dan ook zo verschrikkelijk druk – de ene wil weg, de andere wil blijven en zodoende blijf je in de weer met verhalen en herschikken – dat we besluiten om niet langer dan 1 dagje te blijven

Guernsey


Het is druk op Guernsey, we liggen twee lagen dik aan de bezoekerspontons.
Als we vanmorgen opstonden was het al weer mooi weer. Zouden we de zomer ingehaald hebben ?
Tegen de middag zijn we met alles aan boord klaar en vertrekken we voor een wandeling door het mooie stadje. Je moet wel klimmersbloed in de aderen stromen hebben om hier rond te wandelen, vooral met Jenny, want die wil elke trap op !
’s Avonds sluiten we af met een bezoekje aan de yachtclub. We vinden er zowaar onze eigen clubvlag aan het plafond, maar we kunnen ons niet meer herinneren of we die zelf afgeleverd hebben tijdens een eerder bezoek.
Als we terug aan boord komen proberen we nog op het gratis WIFI net in te loggen, maar het signaal is zo zwak dat er niets van terecht komt.

Cherbourg - vervolg


Zaterdag leren we Cherbourg eens op een andere manier kennen. We gaan mee op stap met een stadsgids die ons de geschiedenis van de stad uit de doeken doet. Ze laat ons ‘La Trtrinité’, de kerk die we al zo vaak voorbij gewandeld zijn op, een andere manier bekijken. De eiken sculptuur van de doop van Christus staat in daglicht door een uitsparing in het dak. Links en rechts boven zie je mooie basreliëfen die de ‘danse macabre’ voorstellen. Een zijmuur bestaat uit het laatste restant vestingmuur dat er nog overblijft. Verder laat ze ons de ‘boèls’ zien, de smalle overkoepelde straatjes die je overal in de stad vindt en die meestal uitkomen op prachtige binnenpleintjes.
We zijn op tijd terug voor een skype met dochterlief, maar door een minder goede verbinding lukt het niet zo goed – volgende keer beter.

Op zondag 20 juli vertrekken we naar Guernsey. We hebben weer eens duikbootje mogen spelen om Cap de la Hague voorbij te komen. De ‘bastebeiers’ van Meteoconsult hadden een noord-westertje van sterkte 3 voorspeld, maar toen we bij de kaap kwamen stond er 23 knopen wind. Dit tegen een stroom van ruim 4 knopen en je kunt je wel voorstellen dat het brekers en diepe putten alom was. Een ‘stoer schiptje’ is dan een grote geruststelling. Maar goed, de zon schijnt en je weet dat deze kastijding van boot en bemanning nooit langer dan een uur of twee duurt. Bovendien is mijn Jenny nog ‘gènèneki zèziek gewist, ata nie ferm is !’
Toch dient zich een eerste reparatietje aan : het boeglicht is van zijn bevestiging geslagen in het geweld van La Hague. Na een half uurtje in de weer geweest te zijn met boormachine en revetteer pistool is dit weer verholpen

vrijdag 18 juli 2008

Cherbourg

Op donderdagmorgen staan we om 3u30 op. Dit is de enige manier om met het laatste restje tij Hurst Point voorbij te komen. Het alternatief is wachten tot omstreeks 11u, maar dan komen we pas om middernacht te Cherbourg aan. Het is dus kiezen tussen twee kwaden. Na een vrij lange tocht onder een grijze hemel komen we een paar uur voor Cherbourg in grote rollers terecht, veroorzaakt door de sterke stroom tegen een dikke 5 Bf. Wij zijn dan ook blij als we omstreeks 16u in de marina vastliggen. We besluiten de dag met lekkere mosselen-friet.

Vrijdag is er groot onderhoud : de boot heeft een flinke poetsbeurt van doen en onze was moet hoog nodig gedaan worden. Door de taken te verdelen zijn we in de vroege namiddag met alles klaar. Omdat het weer toch niet al te best is, doen we nog wat boodschappen en houden we ons verder op de boot bezig met lezen, computeren, koken …

Yarmouth


0nze laatste dure Solentdag brengen wij door te Yarmouth. De haven is veel verbeterd, er liggen nu ook pontons. Jammer genoeg is de prijs evenredig gestegen.
We nemen de open top tourbus voor een bezoek aan de Needles en aan de mooie gekleurde rotsen van Alum Bay. Alum Bay blijkt bij mooi weer zoals vandaag trouwens een leuke ankerplek te zijn – een tip voor wie van plan is wat tijd op de Solent door te brengen. Na nog een bezoekje aan Yarmouth zelf, een gehucht waar je in een halfuurtje volledig omheen kunt wandelen, keren we naar de boot terug. Weerberichten opvragen en wat rusten, want morgen staat het vertrek voor een gat in de nacht gepland – niet echt mijn ‘steke’.

Beaulieu river


Dinsdagmorgen steken we over naar de Beaulieu River en meer in het bijzonder naar Buckler’s Hard. Op deze plaats werden oorlogsbodems gebouwd voor Nelson’s vloot en van hieruit vertrok de beroemde solozeiler Francis Chichester met zijn Gypsy Moth IV voor zijn record wereld omzeiling. Dit kader wilden we wel eens van dichterbij bekijken. Bij aankomst te Buckler’s Hard vonden we een leuke marina met zeer vriendelijk personeel. Tenminste dat vonden wij tot we de prijs van de ligplaats hoorden : 33 pond astemblieft ! Om ons budget weer in evenwicht te krijgen hebben we de maritieme site bezocht zonder betalen en hebben we ’s avonds een eitje doodgedaan.
Het was niet allemaal miserie natuurlijk. Van de prachtige wandeling langs de rivier naar het stadje Beaulieu, hebben we met volle teugen genoten. We waren danig verwonderd dat koeien en paarden er gewoon op straat rondliepen, met meerdere verkeersopstoppingen tot gevolg.

De Solent


Zondagmorgen vertrekken we naar Cowes. Het wordt een gemakkelijke tocht, mede omdat we kiezen voor het ommetje via Owers. Hoe nauwkeurig we ook proberen te sturen, toch komen we ruim boven de Owersboei uit. Even nakijken in de Reeds en we zien dat de boei verlegd is en dat wij op verouderde gegevens aan het navigeren zijn. Zo, dit lesje hebben we ook weer eens geleerd. Gelukkig heeft het deze keer niet veel belang.
Na een kleine 9 uur varen leggen we aan in de Sherpards Warf Marina, volgens de Reeds de goedkoopste marina op de Medina rivier. Er staat echter niet bij dat je afzonderlijk moet betalen voor elektriciteit (3 £) en dat je ook nog eens een jeton nodig hebt voor de douche (1 £) – afzetters !!
Cowes zelf is echter een succes. Om de twee winkels vind je een ‘chandelary’. De Tilley hat en de clips voor de zwemtrap, waar ik nu al een hele tijd naar op zoek ben, heb ik zo in mijn bezit. Bovendien kan ik in een tweedehands boekenwinkeltje de hand leggen op ‘Sopranino’, een boek waar ik nu al jaaaren naar speur.
Eén klein minpuntje : net als de vorige keer met Jules, probeer ik samen met Jenny de Royal Yacht Squadron, de sjiekste yachtclub van Cowes, binnen te glippen. Wij vliegen er echter ‘very politely’ met onze klikken en klakken buiten.
Een tochtje met de ‘Chain Ferry’ naar de oostbank van de rivier, blijkt voor ons geen succes. Na een eerder saaie wandeling keren wij al snel naar de boot terug. Biefsteak friet maakt de avond weer goed.

Brighton 2

De zaterdag gaan we opnieuw naar Brighton, deze keer om op ons gemakske door de Lanes, nauwe straatjes waar snuisterijen winkeltjes op elkaar gepakt staan, te slenteren. Zoiets vind je bij ons toch niet ! Toch wel rare jongens, die Engelsen

zaterdag 12 juli 2008

Eindelijk verder


Na 6 dagen Eastbourne dient er zich donderdag eindelijk een “weather window” aan. De wind zakt naar 4 tot 5 oc. 6 en de golven worden ‘moderate’. We maken er gebruik van om naar Brighton te varen. Het wordt uiteindelijk een natte bedoening : 24 knopen wind op kop en putten van meer dan 2 meter. Als twee gepekelde waterratten komen we in Brighton Marina aan. De warme douche heeft nog niet zo heerlijk aangevoeld.


’s Anderendaags gaan we eerst het Marina complex verkennen en in de namiddag fietsen we naar Brighton zelf. We houden het op een wandelingetje op de pier en eventjes de stad in naar het Royal Pavilion. Het is alles behalve zomers weer en we keren op tijd naar de boot terug om alles klaar te zetten voor onze afspraak met de radioclub. Op de afgesproken tijd kan ik radiocontact maken over de SSB met de vrienden uit Torhout. Zij kwamen hier uitstekend door en ook mijn rapport was met 5-7 goed genoeg om een duidelijk gesprek te kunnen voeren. Iets moeilijker verliep het contact met ON3ALI uit Blankerberge. Tijdens ons gesprek viel de verbinding door te veel storing weg. Een SSB radio is dan ook geen telefoon.

En nog altijd Eastbourne


Als we op de zoveelste verwaaide dag op de pontons lopen, kijken we bewonderend naar een klassiek bootje. We worden aan boord van de ‘Nancy Blackett’ uitgenodigd en krijgen het verhaal van het bootje te horen. Ooit heeft het toebehoord aan Arthur Ransome, de auteur van ‘Swallows and Amazons’. Het bootje zelf figureerde als ‘Goblin’ in zijn tweede boek : ‘We didn’t mean to go to sea’.
Nu wordt het bootje in tiptop conditie gehouden door een trust. Meer over de Nancy Blackett kan je lezen op http://www.nancyblackett.com/

Nog steeds Eastbourne


Er komt geen einde aan de straffe wind toestand. Vanmorgen hebben we nog wat geaarzeld, maar de update van het weerbericht haalde de twijfel weg : 5 tot 7 op de neus - enige amateurs ?
Dan maar weer de fietsjes van het voordek afgehaald en op naar Pevencey.
Pevencey is een oude Cinque Port en kende tot omstreeks 1866 een grote bloei. Met het verzanden van de haven was het ook uit met de gloriedagen. Bovendien is het de plaats waar in 1066, William the Conquerer voet aan land zette om enige tijd later door te trekken naar Hastings en Battle om daar King Harold en zijn Saksen een flinke pandoering te geven.
In de streek vind je dan ook heel wat historische gebouwen, kasteelruïnes en de eerste kerk die de Normandiërs gebouwd hebben.
Na weer eens een geslaagde uitstap zorgen we dat we op tijd terug aan boord zijn voor de Inshore Navtex. Zie ne keer dat we morgen kunnen vertrekken ????

maandag 7 juli 2008

eastbourne 2


Maandag maken we er een gedacht van. Weer of geen weer, we gaan naar Beachy Head. Eerst een flinke wandeling naar Eastbourne en daarna een korte trip met de bus naar boven op de klippen. Bij aankomst is er een algemene mobilisatie aan de hang : ambulanciers, politiemensen en zelfs een helikopter zijn op zoek naar een mogelijke ‘jumper’ – zonder succes trouwens.
Boven op de klippen ondervinden we de volle kracht van windkracht 8, we kunnen er gewoon tegen in naar voor leunen.
Een rondwandeling langs de krijtrotsen brengt ook de Seven Sisters, een bekende krijtformatie tussen Beachy Head en Brighton, eens op een andere manier in zicht.
We sluiten ons bezoek af in het visitors centre, waar we nog wat extra informatie opdoen en een verfrissende pint naar binnen kappen.

eastbourne


Morgenstond geeft goud in de mond – welke grapjas vindt dergelijke spreuken toch uit ? Op het moment dat elk weldenkend mens zich nog eens omdraait in bed werden wij vanmorgen reeds door elkaar geschud in de wastobbe rond Dungeness. Immers, wilden we aan de Granville Docks ontsnappen voor de deuren weer dicht gingen, dienden we om 4u30 daar reeds buiten te zijn. Gisteren hadden we al het moedig besluit genomen om dan maar meteen door te zetten. Aan de positieve keerzijde van deze medaille staat dan wel dat we reeds rond de middag te Eastbourne aankwamen en nog voldoende tijd overhielden om op een eerste verkenning uit te gaan.
Veel meer dan een bezoek brengen aan Eastbourne en zijn mooie (maar in verval rakende) victoriaanse pier hebben we nog niet gedaan – een mens moet eens rusten ook awa (dit is Zeels voor ‘nietwaar’).
Het ziet er naar uit dat we het hier nog een tijdje naar onze zin zullen moeten maken. Er is een flinke stormdepressie op komst !

dover 2


Woensdag begint met het schoonmaken van de kajuit. Overal vinden we doodgemepte en doodgevallen “killer flies” en van die viezigheid willen we zo snel mogelijk af.
Het weer is helemaal omgeslagen. Tussen de regendruppels door maken we een wandeling door Dover Town Centre. Gezien alles hier al om 17u30 dicht gaat zijn we redelijk vroeg op de boot terug.

Op donderdag kiezen we voor ‘a day on the buses’. We gaan Rey bezoeken. Na wat geharrewar met niet kloppende ‘timetables’ bereiken we uiteindelijk ons doel. De rit valt qua duur nogal tegen. Omdat de bus zowat om de 500m een halte maakt, doen wij zo’n twee uur over een rit van 30 km – minstens twee keer zolang als met de Jef zijn Arianne ! Gelukkig neemt hij de ‘coastal route’ (de bus natuurlijk) en is er onderweg veel fraais te bewonderen. Ook het zeer pittoreske Rey is zeker de moeite van een bezoekje waard.
Terug op de boot krijgen wij de vraag om te verkassen – de eigenaar wil zijn plekje terug. Toch nog eventjes gewacht tot ons rozijnenbroodje gebakken was – jaja ook een broodmachine slepen wij mee, want aan deze kant van het Kanaal is het brood niet te vreten.

dover


De tocht naar Dover verloopt rustig en probleemloos. Het is schitterend weer en wij genieten met volle teugen. Ineens is het uit met de pret : wij worden overvallen… door honderden vliegen. We meppen er op los, maar we kunnen het niet bijhouden. Ik begin mij serieus zorgen te maken over het straks aan land brengen van al die illegale zwartjes ;-) Gelukkig verdwijnt de overgrote meerderheid eens we aan het oversteken van het TSS beginnen. Ook dit gaat vlot, we moeten maar één maal uitwijken voor een cargo.
Omstreeks 19u BST komen we in Dover aan. Het is er bijzonder druk. Dover Marina kan niet meteen een plaatsje voor ons vinden en voorlopig leggen we ons aan de wachtponton. Na wat aandringen en vooral “zagen” binden ze in en kunnen we vastmaken in de Granville Docks. De kuip wordt nog schoongespoten, maar dan is het genoeg. We besluiten de dag met een pint in de Royal Cinque Ports Yachtclub.

de start


Maandag 30 juni

7u30 - eindelijk is het zover, we gooien de landvasten los voor onze "grote voyage". Dolf had ons eerder reeds geluk gewenst met onze pensionering, maar voor ons gevoel begint het allemaal nu pas.
Op dit vroege uur is Luc (Hakuna matata) ook al wakker. Hij komt ons uitzwaaien, wat vertrek foto's maken en ons een handje helpen met het losgooien.
Na de nodige schermutselingen met de verkeersleiding (voor een "cargo" die iets groter is dan een uit de kluiten gewassen yacht, worden de lichten een half uurtje op rood gezet) kunnen we om 8 uur de haven uitvaren.
Op het wester staketsel - we hebben eigenlijk maar één staketsel meer- staan Jules en Lea om ons nog eens uitbundig uit te wuiven. Het voelt goed, zulke vrienden te hebben.
Ook Jean, "de kleinen" had aan ons gedacht. Van hem ontvangen we een goeie reis sms.
Enfin, zo zijn we met een goed gevoel vertrokken - op motor - want de wind zat nog pal in de neus.Tegen stroom en tegen wind opkruisen is nu eenmaal niet mijn favoriete bezigheid.
Tussen Middelkerke en Nieuwpoort moeten we uitwijken voor kreeftenpotten ??? Ik vraag mij af wat er hier aan onze kust onder die zo typische vlaggenstokjes hangt.
Nu we in de vroege namiddag reeds in Duinkerke lagen haalden we meteen en voor de eerste keeer de vouwfietsjes uit de bakskist. De lokroep van een terrasje in Malo les Bains konden wij niet weerstaan.
's Anderendaags is de zon reeds vroeg volop van de partij. We hebben tijd, pas vanmiddag vertrekken we naar Dover. Een mooier begin van onze reis kunnen we ons niet wensen.

Verwaaid te Eastbourne

SW 5 to 7 increasing gale 8 at times – morgen nog meer van dit. Het is koud en het regent pijpenstelen. De praatgroep rond het weerberichtenbord is het roerend eens : we zien mekaar nog in de eerstkomende dagen.

Hoe de reis tot nog toe verlopen is lees je hierboven.