donderdag 28 juni 2012



De Baltische cirkel is rond
Vandaag (28 juni) zijn we op een platte zee en met geen lovertje wind terug naar Laboe gevaren. Daarmee is de lus gesloten en is ons Oostzee avontuur afgelopen. We kunnen terugkijken op een zeer gevarieerd reisdeel : de natuur en toch wel andere cultuur van Denemarken – Kopenhagen – en vooral de prachtige Duitse Hanzesteden. Vanavond gaan we dus uit en sluiten we dit mooie onderdeel af met een etentje op restaurant.


Woendag 27 juni

Eindelijk is het zover, de wind is gezakt tot op boot toeristen niveau en weg zijn wij. Na zeven dagen gaan we met een goed aangevulde portefeuille het havengeld afrekenen. De havenmeester maakt er uitgebreid zijn werk van : ligplaats x lengte x aantal dagen; elektriciteit afzonderlijk; pand voor de sleutel in mindering brengen; enfin, na een kleine 10 minuten rekenen komt hij op een totale som van 64 euro of 9 euro per dag ! We hadden het slechter kunnen treffen. Den Dolf zijne boot laat hij uit eigen beweging nog wat krimpen, opdat die sukkelaar toch niet al te veel zou moeten betalen.
Eenmaal op zee, gaat alles vlot, hoewel de zee nog redelijk opgebouwd is na al die dagen zwaar weer – we rollen er dus weer eens op los. Een zestal uur later draaien we echter al de rede van Heiligenhafen op en kunnen we een plaatsje beginnen zoeken is de grote marina. We maken vast naast een Beneteau 46. Als we van onze avondwandeling terugkomen vragen we ons af van wie die bijboot is die naast de Beneteau ligt. Na wat beter kijken ontdekken we dat het onze “Zwerver” is.
Lubeck

Neenee, we liggen nog stevig vast te Wismar, met nog twee dagen storm voor de boeg.
Omdat we toch graag Lubeck willen zien, nemen we dan maar de trein. Ook hier treffen we een zeer gezellige oude (Hanze)stad aan. We wandelen voorbij alle bezienswaardigheden – de winkels horen daar ook bij zegt Christiane - en genieten eens te meer van een leuke daguitstap.

zaterdag 23 juni 2012



Wismar

Op 20 juni gooien we los voor onze tocht naar Wismar, de tweede Oostduitse Hanzestad die we aandoen. De tocht verloopt rustig en de aanloop van Wismar is zeer goed beboeid. In de haven zelf moeten we echter even zoeken voor we Westhaven marina vinden. De jachthaven is een sympathieke kleine bedoening – er is net nog plaats voor onze beide boten. Het sanitair is net en de supermarkt dichtbij. Zelfs wifi is gratis – wat wil je nog meer.
Wismar heeft een prachtige oude binnenstad, die gedomineerd wordt door baksteen gotieken kerken. We kunnen ook veel mooie oude gebouwen bewonderen en onze dames kunnen hun hartje ophalen in het gezellige winkelcentrum.
Het weer valt wat tegen zodat we hier wat langer blijven liggen dan voorzien, maar gezien de omstandigheden is dit niet al te erg. Wel besluiten we Lubeck over te slaan en van hier meteen naar Heiligenhafen door te varen.
’s Anderendaags nemen we de overzet van de marina, een mooi klassiek scheepje om Warnemunde en vandaar ook (met de trein) Rostock te bezoeken. Het is mooi weer en we genieten van onze uitstap.

maandag 18 juni 2012



Maandag 18 juni –storm op zee

Terug naar de bewoonde wereld. Vandaag maken we de oversteek naar Rostock (Travemunde) en beklemmen daarmee definitief de terugreis. Gans de voormiddag is het prachtig weer en heerlijk (motor)zeilen. Kort na de middag begint de wind echter weer eens aan te trekken en de zee zich op te bouwen. Deze keer is het menens. Nog voor we de haven bereiken hebben we met meer dan 30 knopen wind af te rekenen. De venijnige korte golven kletsen met regelmaat over de boot tot in de kuip. Kletsnat, maar tevreden veilig binnen te zijn, komen we aan. Nog geen half uur nadien breekt een hevig onweer los, met windvlagen van rond de 9 beaufort. We prijzen ons gelukkig dat we vanmorgen vroeg vertrokken zijn en dit leukertje in de haven kunnen meemaken. Terwijl ik dit schrijf is het loeien herbegonnen – zelfs hier, aan de steiger meet ik 32 knopen wind !
We kunnen nauwelijks blijven rechtstaan in de boot dus dat belooft een rustige nacht te worden.
Gelukkig liggen we in een schitterende, chique aandoende nieuwe marina met alle voorzieningen – dus ook gratis wifi om te kunnen bloggen, mailen, skypen …Na al die basic eilandjes zou je nog ontwenningsverschijnselen krijgen.


De terugreis

Op 15 juni, precies een maand na ons vertrek te Oostende, vatten we de terugreis aan.
Eerst moeten we wel terug naar Klintholm, onze springplank naar het Duitse vasteland. De tocht begint kalm, maar rond de middag trekt de wind stevig aan en bouwt de zee zich tot onaangename hoogtes op. Jerom den autopiloot kiest juist dit moment uit om te protesteren over sleet. Tot twee keer toe wipt hij van zijn pinnetje en maakt aldus dat Zwerver een flinke zwieper maak. Ik kan hem overtuigen goed te blijven werken, door het kopje te vervangen door dit van de reservepiloot en door hem te beloven dat hij een gloed nieuw kopje krijgt van zodra we een scheepswinkel vinden.
We zijn blij als we rond vier uur de haven kunnen binnendraaien. Ook nu weer bekomen we met een irish coffee in het plaatselijke restaurant – staminees zijn hier niet te vinden. We zijn niet van plan hier een gewoonte van te maken, zunne.
’s Anderendaags gaan we met de fiets naar Mons Klint, een prachtig museum over het ontstaan van de krijtrotsen en met schitterende 3D films over de voorhistorische dieren die hier voorkwamen.
Bij terugkeer in de haven vernemen we dat het morgen gaat loeien – Denemarken wil ons nog een extra dagje houden.


Kopenhagen

Op 12 juni maken we de sprong naar ons einddoel . Vanuit Klintholm hebben we een 50 mijl te gaan en na een uur of acht kunnen we aanleggen in het Christianshavn Kanal. We liggen in de gemeentehaven niet al te best : geen douches of toiletten en nauwelijks elektriciteit. We gaan dus dezelfde avond nog een plaats reserveren in Wilders Plats marina, een beetje verder op een zijkanaal, waar wel alles aanwezig is. Om onze ongemakken te verlichten gaan we ’s avons een irish coffee drinken op een van de vele terrasjes van Nyhavn. Oostende voor anker hebben we jammer genoeg gemist, maar hier kunnen we toch een beetje van de sfeer opsnuiven – deze haven ligt altijd vol klassieke schepen.
Nadat we ’s anderendaags de boten verkast hebben gaan we op verkenning langs de bezienswaardigheden van het stadscentrum : het stadhuis, Hans Christian Andersen, Tivoli park en natuurlijk ook de winkelstraatjes. De hop-on hop-off bus vinden we niet want de markt ligt volledig open. We doen dan maar alles te voet.
De meermin en het koninklijk paleis houden we voor de dag er op. Twee dagen en een beetje is goed voor een algemene verkenning van deze mooie stad – voor een meer grondige kennismaking met museumbezoek en zo heb je zeker nog een dag of drie meer nodig.
Eilandhoppen

Van Bagenkop naar Kopenhagen gaan we eilandhoppend. Eerst naar Rodbyhavn op Lolland, dan naar Gedser op Falster en van daar naar Klintholm op Mon. Alle havens liggen op een 30 mijl van elkaar, zodat het steeds overzichtelijke dagtochtjes worden. De eilanden zelf zijn zo’n beetje hetzelfde : basis voorzieningen, alle faciliteiten zijn net maar verouderd en veel meer dan wandelen of fietsen valt er niet te doen. De natuur en de heel andere manier van leven maken dergelijke uitstapjes echter de moeite waard.
De sfeer is overal op z’n eilands relax. Bij vrijwel elke haven hoort een drukke ferryterminal, maar aan lichten hebben ze hier geen behoefte. De regel is simpel : ferry’s hebben voorrang.
Op Gedser liggen we verwaaid voor een dag of twee. We maken van de gelegenheid gebruik om met de bus naar de hoofdplaats Nykobing te reizen. We moeten trouwens wat deense kronen afhalen en in Gedser zelf hebben ze zelfs geen bank.
We merken dat het voor een West-Vlaming niet al te moeilijk kan zijn om Deens te leren :





woensdag 6 juni 2012

Woensdag 6 juni

Gisteren bleven we een dagje liggen te Laboe. Het weer was niet al te goed en voor je naar Denemarken vertrekt is het geen slecht idee om de voorraden wat aan te vullen – vooral de alcoholische dan.
Vanmorgen was de wind wat gevallen en zijn we omstreeks 9 uur weggevaren.
Ons eerste Deense eiland heet Langeland en we leggen aan op de haven Bagenkop. Slechts 27 mijl van Laboe is dit een kort tochtje en met bijna halve wind gaat het goed, hoewel er een vervelende dwarszee staat. Den Dolf gaat er als een speer vandoor – op deze korte afstand klopt hij ons met bijna een half uur – er was weer geen houden aan.
Bagenkop zelf stelt niet veel voor,een vissersdorp met een soort jachthaventje erbij. Op de jachthaven wat winkeltjes en een restaurant maar daarbuiten is het over en uit.
Een havenmeester is er niet te vinden, alles dient per kassa automaat geregeld te worden. Wel staat er een waarschuwing dat je dubbel liggeld zal aangerekend worden, indien je kort na aankomst nog niet hebt afgerekend. Op ons verkenningswandelingetje vergeten we de ‘kodak’ – geen foto bij deze bijdrage dus. ‘k Beloof wel beterschap !
We hopen dat we hier niet verwaaid geraken.

maandag 4 juni 2012



Zondag 3 juni

Iets vroeger dan voorzien verlaten we Cuxhaven – Dolf heeft in zijn pilot gelezen dat er tussen 12 en 14 uur spertijd is voor de sluis van Brunsbuttel. We passen het uitstekend, net als we Brunsbuttel bereiken, wordt de sluis bediend. Zo komen we reeds rond 15uur te Oldenbutel aan, waar we vastmaken aan een ponton op het Gieselau kanaal.

We liggen hier volledig in de natuur, muziek hebben we niet nodig : zwaluwen, een koekoek en tal van andere vogels fluiten er op los dat het een plezier is. Na het eten gaan we nog eens op verkenning naar Oldenbuttel, om te zien of het enige ‘gasthaus’ dat het dorp rijk is nog open is. Neen dus – wel zat de ooievaar nog steeds op zijn hoge nest boven het café.
Na een heerlijke nachtrust, vertrekken we ’s anderendaags voor de lange kanaalvaart van 35 mijl naar Holtenau en vandaar naar de jachthaven van Laboe. Gelukkig worden we nu en dan nog eens afgeleid door de grote jongens die ons kruisen of voorsteken, anders zou het maar een saaie bedoening zijn.

zaterdag 2 juni 2012



Donderdag 31 mei

Vandaag hadden we een was, plas en boodschappen pauze voorzien. Wanneer we de weerberichten bekijken zal het echter waarschijnlijk wat meer worden : er komt een stormke op ons af en helden als we zijn, bekijken we die het liefst van aan een ponton in de jachthaven.
In de jachthaven heeft een zeehondje een ponton als zijn vaste meerplaats uitgekozen. Hij laat zich onverstoorbaar door jan en alleman fotograferen.
Nu we hier toch verwaaid liggen gaan we op vrijdag met de trein naar Hamburg. We bezoeken de stad met een hop-on hop-off toerbus, zo heb je vrij snel een idee van wat er in deze stad zoal te zien valt. De gidsen spreken echter alleen een soort onverstaanbaar duits of engels met een accent dat zo zwaar is, dat je nauwelijks het verschil hoort. Enfin – iets minder leerzaam dus. We hoppe van de bus aan de Alt Stadt, dicht bij het prachtige stadhuis. We gaan op verkenning langs de poepchique winkelgalerijen. Je kan daar reeds een uurwerk kopen voor 130.000 euro en een vodje van een kleedje gaat makkelijk boven de 1000 euro. We houden onze portemonee stevig dicht. Dolf en ik willen ook nog eens van de bus afhoppen op de Reperbaan, maar Christiane en Jenny houden het been stijf – letterlijk – we geraken er niet voorbij om af te stappen. We vroegen ons nochtans af waarom ze hier reclame maken voor tafeldansen, terwijl dat bij ons bijna nergens mag.

Het weer begint te beteren, het ziet er naar uit dat we morgen verder kunnen.
Woensdag 30 mei

Om 13u15 verlaten we Helgoland. Er staat een onaangenaam rolzeetje, een overblijfsel van de harde wind van gisteren – een echt Duitse Bucht geval met zelfs te weinig wind om een zeiltje vol te houden. 6 Uur rollen – joepie. Als je je wilt voorstellen hoe dat gaat, ga dan op de grond zitten, benen open en armen opzij en dan … de Marie-Louise …, ja, zo zes uur aan een stuk doorgaan. Hoe ver zit je al ? Niet vergeten é : la lalala lalala lala lala… en om het plaatje compleet te maken snuif je nu en dan nog wat frisse uitlaatgassen op. Zou je dat nu kunnen geloven dat we tegen ons vrienden en kennissen zeggen dat wij aan pleziervaart doen ?
Enfin, eenmaal op de Elbe gaat het wat beter en met de stroom vol in de kont (van de boot natuurlijk) sjezen we met soms meer dan 10 knopen naar Cuxhaven.
Moe zijn we, eigenlijk bekaf, van al dat gerol en als we rond 18u30 ook de havenverplichtingen hebben voldaan hebben we voor niet veel meer goesting dan nog een boterhammeke verorberen en een paar bladzijden lezen. Om 21u kruipen we in bed – thuis heb ik op dat uur nog niet voor de eerste keer gezapt !


Dinsdag 29 mei

Bezoekdag aan Helgoland vandaag. We werken alle bezienswaardigheden af : de goedkope dieselpomp, de taxfree shops maar ook de wandeling om het eiland. Helgoland heeft een prachtige natuur en bovendien is het broedtijd. De klippen zitten vol broedende meeuwen, alken en jan van genten. De vogels laten zich tot zeer dichtbij benaderen, wat een extra spektakel oplevert. De mooie wandeling sluiten we af met een terrasje en zo kan deze dag weeral niet meer stuk


Maandag 28 mei

Deze keer is het toch echt vroeg – om mogelijke problemen met het omslaande weer te vermijden, gooien we reeds om 6 uur los. Aan de andere kant hebben we dan wel slechts een viertal uur stroom tegen op een traject van 73 mijl.
Het wordt een rustige motorzeiltocht, met een vrijwel platte zee en een aangenaam zonnetje. Tot we met de aanloop beginnen. Ineens slaat een mistgordijn dicht en wordt het zicht minder dan 10 meter. Jenny duikt naar beneden om de computer met het kaartenprogramma te starten en louter daarop kunnen we de ingang vinden – leve de techniek. Gelukkig trekt de mist wat op eenmaal we binnen zijn en kunnen we zonder verdere problemen aanmeren. We hebben geluk met de drukte, zo net zijn meer dan 50 wedstrijdjachten vertrokken voor hun koers rond Denemarken. Van mij mogen ze het hebben met ‘near gale warnings’ in het Kattegat.
Ook wij blijven morgen liggen wachten op beter weer – N 5 tot 6 met golven tussen 1 en 3 meter zijn niet onze eerste keus.


Zondag 27 mei

Nu de staand mastroute achter ons ligt dienen we weer rekening e houden met het getij.
Om naar Borkum te kunnen hebben we twee mogelijkheden : een vroege start om 7u of een late rond 15u30. We kiezen voor de vroege. Vroeg opstaan is aan boord minder lastig dan thuis. We gaan hier dan ook meestal vroeger slapen. Dat we geen TV en bijbehorende zapper aan boord hebben, zal daar wel voor iets tussen zitten.
Borkum ligt maar zo’n 19 mijl van Delfzijl en met een flinke stroom mee op de Eems, overbruggen we die afstand in 3 uur.
Na de moderne voorzieningen van de laatste dagen, komen we hier in een heel ander kader. We liggen aan oude betonnen pieren, het havenkantoor en de het sanitair liggen een heel eind van de boot af en het stadje kan je alleen per fiets, bus of toeristentreintje bereiken. We liggen dan ook in de Burkanahaven – een oud militair domein. Van baggeren hebben ze ook nog nooit gehoord – het scheelde geen haar of we zaten nog maar een keer vast, wanneer we van de ene pier naar de andere wilden varen.
In de namiddag springen we op ons fietsjes en brengen we een bezoek aan het stadje. Na 5 km fietsen treffen we een super toeristisch badstadje aan – kürort, heet dat hier.
Gezellig is het er wel.


Zaterdag 26 mei

Na een rustdag in het mooie Groningen trekken we verder naar Delfzijl. De afstand is niet te groot, de bruggen en de zeesluis draaien vlot zodat we reeds tegen de middag aankomen. Het is feest in Delfzijl – kadefeesten heet het hier – vlaggetjesdag op sommige andere plaatsen. De haven ligt dan ook behoorlijk vol. We vinden nog net twee plaatsjes om ons af te meren.
Overal in de stad staan kraampjes, er is een heuse kermis en op meerdere straathoeken worden optredens gegeven. Zo kunnen wij genieten van een leuke rockband, een kopergroepje en een shantykoor.
Het is nog steeds uitstekend weer en Christiane en Dolf nodigen ons uit voor de aperitief aan boord. Meteen kunnen we de weersverwachtingen van Pinnenberg bekijken en onze strategie voor de komende dagen bepalen.