
27 juli
Om kwart na zeven ’s avonds roepen wij Fish Dock Island op, om toestemming te vragen om Grimsby te verlaten. Met 101 mijl in het verschiet naar Lowestoft, wordt dit onze langste tocht ooit, samen. Voor Jenny wordt het tevens haar eerste nachttocht. Ze moet voor het eerst echt wacht lopen en dat doet ze meteen goed. De omstandigheden waren nochtans niet van de beste. Hoewel we een goed weerbericht hadden, hadden we toch af te rekenen met een zwel van anderhalve meter en meer. Met achterlijke wind betekent dit, dat de boot zich als een kurkentrekker door het water beweegt : gieren en rollen, waar de autopiloot veel moeite mee heeft. Echt gevaarlijk is dit niet, wel erg vermoeiend. Je moet je voortdurend schrap zetten of je bewegingen zo goed mogelijk aan die van de boot aanpassen. Zelfs als je probeert te rusten of te slapen, moet je jezelf schoren of vasthouden, wil je niet van je bank of uit je kooi donderen.
De schipper heeft de stroming goed berekent, zodat we juist op de kentering aan de East Sheringdon aankomen. Nu kunnen we de ganse weg met stroom mee naar Lowestoft.
Kort na de middag komen we daar ‘moe, maar voldaan’ zoals dat heet, aan.
We verwennen ons met een lekker dineetje in de Harbour Inn. Nadien houden we het niet lang meer uit, we gaan met de kippen (of is dat aan boord met de vissen) op stok.
Om kwart na zeven ’s avonds roepen wij Fish Dock Island op, om toestemming te vragen om Grimsby te verlaten. Met 101 mijl in het verschiet naar Lowestoft, wordt dit onze langste tocht ooit, samen. Voor Jenny wordt het tevens haar eerste nachttocht. Ze moet voor het eerst echt wacht lopen en dat doet ze meteen goed. De omstandigheden waren nochtans niet van de beste. Hoewel we een goed weerbericht hadden, hadden we toch af te rekenen met een zwel van anderhalve meter en meer. Met achterlijke wind betekent dit, dat de boot zich als een kurkentrekker door het water beweegt : gieren en rollen, waar de autopiloot veel moeite mee heeft. Echt gevaarlijk is dit niet, wel erg vermoeiend. Je moet je voortdurend schrap zetten of je bewegingen zo goed mogelijk aan die van de boot aanpassen. Zelfs als je probeert te rusten of te slapen, moet je jezelf schoren of vasthouden, wil je niet van je bank of uit je kooi donderen.
De schipper heeft de stroming goed berekent, zodat we juist op de kentering aan de East Sheringdon aankomen. Nu kunnen we de ganse weg met stroom mee naar Lowestoft.
Kort na de middag komen we daar ‘moe, maar voldaan’ zoals dat heet, aan.
We verwennen ons met een lekker dineetje in de Harbour Inn. Nadien houden we het niet lang meer uit, we gaan met de kippen (of is dat aan boord met de vissen) op stok.